Systeemdenken
KRW-classificatie
De KRW beoordeeld de waterkwaliteit onder het ‘one out, all out’ idee. De waterkwaliteit wordt ingedeeld in twee klassen”: voldoet, en voldoet niet. ‘Voldoet niet’ duidt erop dat er tenminste één drukfactor is die de waterkwaliteit nadelig beïnvloedt. Dit geeft het signaal om maatregelen te nemen totdat de waterkwaliteit wel ‘voldoet’. Dit is een ‘actiegericht’ principe: de waterbeheerders moeten maatregelen voor herstel van de waterkwaliteit nemen, totdat de laatste drukfactor geen effect meer heeft. Pas als alle drukfactoren niet meer nadelig zijn ‘voldoet’ de waterkwaliteit. Waterbeheer gaat dan over van herstellen naar beschermen. Bescherming blijft belangrijk, vanwege mogelijk bezigheden. Vergunningen spelen dan een belangrijke rol. Als er typerende soorten ontbreken in een watersysteem dan wordt dat gezien als gevolg van een (vaak nog onbekende) drukfactor. Soorten zullen afwezig zijn als een drukfactor hun voorkomen in de weg staat. Hierbij kunnen toxische stoffen en hun mengsels een belangrijke rol spelen. Gemiddeld 26% van de effecten op de ecologische toestand is het gevolg van toxiciteit van mengsels. Lokaal kan dat effect hoger, of lager zijn.
Chemische stoffen bepalen de waterkwaliteit
Chemische stoffen zijn vaak bepalend voor de waterkwaliteit. Als we alleen kijken naar de prioritaire stoffen blijkt dat de waterkwaliteit tussen 2009 en 2019 in veel waters niet is verbetert. Dit omdat het aantal stoffen boven de norm is toegenomen.
Waarom zouden we breder moeten kijken?
De “one out, all out” indeling toont dat de waterkwaliteit op de meeste plaatsen ‘niet voldoet’ voor ten minste één stof. De oorzaak dat tussen 2009 en 2019 meer watersystemen ‘niet voldoen’ komt waarschijnlijk omdat er meer is gemeten. Het is zelfs waarschijnlijk, dat geen enkel waterlichaam in Nederland zal voldoen aan de waterkwaliteitsdoelen als gaandeweg nog meer stoffen worden gemonitord. De KRW-indicator geeft aan of er maatregelen nodig zijn (ja, overal), en de indicator is daarbij zelfs nog incompleet. Het is beter om naar de bedreiging door de lokale mengsels te kijken. De KRW monitoring is slechts gericht op een fractie van de stoffen die mogelijk in het milieu komen. Er zijn meer dan 170.000 stoffen in de handel in Europa, terwijl de monitoring vaak maar kijkt naar minder dan 0,2% van de stoffen. Twee praktijkmotieven staan verdere verbetering van de waterkwaliteit in de weg: Er worden niet méér stoffen gemonitord, omdat waterbeheerders eerst het bestaande probleem willen oplossen. Hierdoor is er een blinde vlek voor de rol van alle niet-KRW stoffen. Deze niet-KRW stoffen kunnen ongemerkt de drukfactor zijn die herstel van de waterkwaliteit in de weg staan. Investeringen in herstel die na langere termijn niet tot herstel leiden worden verminderd of stopgezet. De KRW adviseert om op elk schaalniveau naar specifieke stoffen te kijken. De KRW adviseert daarbij om ook te kijken naar specifieke stoffen die op lagere schaalniveaus vaak vóórkomen. Zoals bijvoorbeeld: medicijnresten door RWZI-effluenten of; groepjes bestrijdingsmiddelen die bij een bepaald gewas vaak gebruikt worden. De KRW is ‘systeemgericht’, een waterbeheerder kan inzicht krijgen in specifieke stoffen op een locatie door te kijken naar lokaal (en bovenstrooms) landgebruik. De SFTox biedt een hulpmiddel om de stoffenlijst voor een waterlichaam compleet te krijgen. Dit is onderdeel van de DPSIR aanpak. Het hulpmiddel bestaat uit een opzoektabel. In de tabel is opgeschreven welke stoffen bij verschillende vormen van landgebruik gebruikt worden.
Genuanceerde inzichten in chemische verontreiniging
De beoordeling met KRW-normen wijst de waterbeheerder op de noodzaak om maatregelen te nemen. De beoordeling met de (mengsel) toxische druk attendeert de waterbeheerder op de waterlichamen die bij maatregelen de hoogste prioriteit zouden moeten hebben, en op de stofgroepen en hun bronnen die per waterlichaam het belangrijkst zijn. Merk op, dat de KRW-beoordeling en de toxische druk beoordeling elkaar aanvullen: de ene duidt op noodzakelijke aandacht, de andere op prioritering van maatregelen.