Uitgangspunten
Binnen het chemiespoor maken we enkele gedachtestappen die noodzakelijk zijn om te snappen wat er gebeurt:
De fysisch-chemische eigenschappen van een watermonster beïnvloeden de beschikbaarheid van stoffen, bv. door binding aan organisch materiaal, waardoor de biobeschikbare concentratie verandert. De fysisch-chemische eigenschappen die de biobeschikbaarheid beinvloeden zijn:
- Zwevende stof concentratie (TSS)
- Organische koolstof in zwevende stof (POC)
- Opgelost organisch koolstof (DOC)
- (Ongefilterde) concentratie calcium (Ca)
- (Ongefilterde) concentratie magnesium (Mg)
- (Ongefilterde) concentratie natrium (Na)
- (ongefilterde) concentratie (Cl)
De biobeschikbare concentratie van een stof bepaalt de mate waarin een stof belemmerend werkt. Denk hierbij aan een biertje, wanneer het in het flesje zit heeft het alcohol geen invloed op jouw lichaam. Zolang het alcohol in het flesje zit is er 0 alcohol biobeschikbaar. Zodra je het flesje openmaakt en het bier opdrinkt komt de alcohol in aanraking met je lichaam en is het volledig biobeschikbaar.
De verschillende stoffen in een mengsel hebben altijd een geaggregeerd effect. Dit geaggregeerde effect kan op twee manieren voorkomen. Stoffen kunnen op eenzelfde effect hebben of stoffen kunnen op verschillende manieren effect hebben